Na een paar dagen in Pristina en enkele nachten in het Rugova-gebergte in Kosovo, rijden we richting Montenegro. Waar zullen we overnachten? In de baai van Kotor? Na wat gegoogel lijkt dat ondertussen te toeristisch en te druk.
We wagen een gokje en kiezen een plekje dichtbij het Meer van Skadar, een groot meer op de grens tussen Montenegro en Albanië.
We rijden naar de agriturismo van Varda en Mirjana in het dorpje Limljani, niet ver van de havenstad Bar.
Bij aankomst laat Varda ons meteen de 'koude kamer' zien en vertelt trots over al die wijn en siroop die hij zelf maakt, over de tuin met druiven, vijgen, granaatappels, walnoten en lavendel. Zoon Jovan werkt in Bar en helpt zijn ouders tijdens het weekend. Vrouw Mirjana kookt heerlijk en is de hele dag in de weer in de tuin. "Hard work, but great happiness", zegt ze hierover.
Na een lekker ontbijt van croissantachtig brood met kaas, verse tomaten en Turkse koffie - voor een vroege rakija bedanken we - geeft Varda ons de tip: rij via de "oude weg" naar de havenstad Bar.
Via de oude weg naar Bar rijden duurt wat langer, maar de schoonheid van de route is overweldigend.
De havenstad zelf is rustig: geen drukte, geschreeuw of luide muziek. Via een steigertje loop je over het strand - of de kiezelstenen - naar de zee.
Op het strand vind je douches, kleedhokjes met een gordijntje en great happiness.
