top of page
  • Foto van schrijverTinne Horemans

Joegoslavië herleeft in skihut ‘Boem Boem’

Ik stap uit de auto. Het weerkaatste licht in de sneeuw doet pijn aan de ogen. Op de parkeerplaats zie ik skigangers met Kroatische, Bosnische en Servische nummerplaten. We zijn in Pale, 20 kilometer buiten Sarajevo, in de Republika Srpska, de Servische Republiek. Vandaag een arcadisch skioord waar heel ex-Joegoslavië bij elkaar komt, tijdens de oorlog in Bosnië (’92 - ’95) het hoofdkwartier van wat later de Servische Republiek zou worden. Van hieruit werd de belegering van Sarajevo jarenlang geregisseerd.



We zijn op stap met Ismir, een Bosnische moslim, een Bosniak, geboren in Sarajevo. Tijdens de oorlog vluchtte hij naar Nederland waar hij jarenlang werkte als journalist. Enkele jaren geleden keerde hij met zijn Nederlandse man terug naar Sarajevo. “In Pale kwam ik graag voor de oorlog. En dit is nog altijd zo”, zegt hij. “Natuurlijk bestaat de kans dat één van de skiërs destijds mijn familie heeft beschoten, maar je leert relativeren: je moét het verleden laten rusten”.


We staan in de rij voor een typisch Bosnisch burek-restaurant. De sfeer doet Ismir denken “aan vroeger”. Mensen lijken zich hier niet druk te maken om de huidige spanningen. Tijdens de après-ski zitten alle bevolkingsroepen gezellig bij elkaar. Ze drinken en lachen, in dezelfde taal.


Hoeveel zorgen maken de Bosniërs zich? “Ik kijk al 7 jaar niet meer naar televisie”, zegt een Sarajevoër op skilatten. Alle partijen in dit land bezigen die nationalistische haatspraak, beweert hij. Al jarenlang. Wie zich elke dag weer bang laat maken, wordt gek. Hij runt een bedrijf waar zowel Bosnische Serviërs, Bosnische Kroaten als Bosniakken werken. “Wij proberen gewoon van het leven te genieten. En dat kan prima in Pale."


“Dodik heeft grote ballen!” schreeuwt Roko, de Bosnisch-Servische eigenaar van de tjokvolle skihut Boem Boem. Wat hij met die uitspraak precies bedoelt? “Dodik gaat maar door. Hij weet niet van ophouden… ” Een stamgast wijst naar een Joegoslavische vlag tegen de muur. “Bij Roko is het altijd een beetje 'Joegoslavië'."


Roko in skihut 'Boem Boem'

Trots serveert Roko zijn ‘zelfgemaakte’ perenrakija. Om ons te overtuigen van het hoge kwaliteitsgehalte, neemt hij een flinke slok, opent het deurtje van zijn houtkachel en spuwt zijn zelfgemaakte perenrakija op het vuur. Een enorme steekvlam. En een brede glimlach op het gezicht van Roko. “Overigens… Jullie zijn nu beer aan het eten”, grijnst hij.



Roko met zelfgemaakte perenrakija

“Hoor ik Nederlands?” Een man murwt zich langs andere habitués van de hut. Kroaat? Serviër? Bosniak? “Joods”, zegt hij, afstammeling van de Spaanse, Sefardische joden die eeuwen geleden naar Sarajevo kwamen. Jarenlang werkte hij voor het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. Hij beschermde getuigen, van elke bevolkingsgroep. “Ik hou van deze plek, en van de Serviërs”, zegt hij.

Dodik?

(Zucht) We zien zijn laatste stuiptrekkingen…”


Beer?!

Op de terugweg naar Sarajevo, rijdend door een dik pak sneeuw, vragen we ons enigszins bezorgd af of Roko een grapje maakte. Maar die zorg wordt al snel ingeruild voor een andere…



[Ismir aan het stuur, Tijn filmt]

56 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page