“Waarom hebben ze geen menukaart met de prijzen erbij aan de gevel hangen?” De vraag komt – hoe kan het ook anders – uit de mond van een Nederlander, één van de dertig deelnemers aan onze wandeling door de EU-wijk in Brussel. In de stromende regen staat de groep op de stoep voor Studio L’Intime in de Parnassusstraat, om de hoek van het Europees Parlement. In de buurt zijn meerdere huizen zoals L’Intime, waar verliefde koppels voor een uurtje een kamer kunnen huren. Je hebt er de keuze uit varianten: van een luxe suite met satijnen lakens tot een krap studentenhok met pluizige bedsprei. “Gaan we hier ook nog naar binnen, of hoe zit ‘t?” “Nee, we moeten dóór!” Zo begon vorige week, daags voor kerst, de allereerste van een reeks journalistieke wandelingen die ik met mijn journalistieke maat Bert van Slooten organiseer. “Brussel is een stad waar hard wordt gewerkt, maar het is ook een speelse stad”, zegt Bert, als hem wordt gevraagd waarom de wandeling begint bij een huis voor erotische vluggertjes. “Veel Europese politici reizen naar Brussel en laten hun gezin elders achter. En dan ontstaan er vanzelf romances die het daglicht niet kunnen verdragen.”
Mensenwerk
Vorig jaar schreven Bert en ik Het Brusselse moeras – Achter de schermen van de macht in Europa. En nu krijgt dat boek een tweede leven, als een soort navigatieplan voor de Brusselse wandelingen. Wat ooit begon als nederzetting in het moeras – Bruocsella – groeide uit tot hoofdstad van de Europese Unie. Hele volkswijken gingen plat om plaats te maken voor de kolossale gebouwen van de EU-instellingen rond het Schumanplein.
Lees deze column verder op de website van Brusselse Nieuwe
Commentaires