"Ik mocht blijven. Waarom? Het levensverhaal dat Imre me op die avond emotieloos vertelde bevatte het antwoord. Hij was ook afkomstig uit Transsylvanië. Na de 'bevrijding' eind '44, begin '45 wilden de Roemenen Transsylvanië terug hebben en in samenwerking met de Russen begonnen ze toen al met etnische zuiveringen. Hongaren met Duits klinkende namen en Schwaben werden massaal naar de Sovjet-Unie getransporteerd. Imres familie van vaders kant had een Duits klinkende naam.
Zijn vader en moeder werden naar de kolenmijnen van van Donbas getransporteerd. Ze keerden nooit meer terug.
Zijn moeder kwam om bij een mijn ongeluk, zijn vader overleed aan scheurbuik. Imre was met zijn oudere broer en een tante eind jaren '40 naar Budapest gevlucht. De familie was rijk en in Hongarije hadden ze bezittingen. Maar het communisme achtervolgde hen. Begin jaren vijftig waren ze net als alle andere rijken verbannen naar Dunaujvaros, dat inmiddels was omgedoopt in Stalinvaros. Bij de opstand van '56 koos de inmiddels volwassen geworden broer de kant van de opstandelingen. Hoe kon het ook anders? Hij werd door de communisten gepakt. En nadat hij wekenlang gemarteld werd, was Imre er getuige van hoe zijn broer op een fabrieksterrein voor een vuurpeloton geëxecuteerd werd. Daarom wilde Imre me helpen. Hij wist van vrienden die mij kenden dat ook ik door de Securitate gemarteld was en in de gevangenis gezeten had.
Maar vanaf het moment dat hij me hielp was Imre medeplichtig aan een strafbaar feit. Als ik ergens aangehouden zou worden, zou men hem komen arresteren.
We besloten dat ik de volgende dag Karen op zou bellen in Nederland.
Vanuit het huis van Imre kon dat niet. Het hield te veel risico in. In het midden van de jaren zeventig was het niet mogelijk vanuit Hongarije automatisch naar het buitenland te telefoneren. Bovendien bestond de kans dat alle gesprekken afgeluisterd werden."
(p. 70)
(...) "Het panorama openbaarde zich als een levende landkaart. Op de meeste plekken lag nog sneeuw. Het toestel vloog vrij laag van zuid naar noord en ineens zag ik door het raam het IJzeren Gordijn. Door de besneeuwde velden kronkelde de versgeploegde en geëgde strook met de prikkeldraadversperring. Hoevelen sneuvelden door mitrailleurkogels of werden gepakt bij die gehate hekken van prikkeldraad? Ik was dankbaar omdat ik geluk had gehad. Het vliegtuig steeg hoger en groette met zijn vleugels, alsof de gezagvoerder er weet van had dat ik in het toestel zat. Het zicht op dat IJzeren gordijn deed griezelig aan. Vanuit de hoogte leek het op een lelijk litteken, gekerfd in een eeuwig gaaf lijf. Het lichaam van Europa, door een lugubere dokter Frankenstein dichtgeregen om de wormen van het zich steeds naar buiten vretende kwaad binnen te kunnen houden.
Dat lichaam had een wond, toegebracht in een macabere wedstrijd tot pervers vermaak voor machtswellustelingen. In dat lichaam zaten de stekende hechtingen nog verankerd. Hechtingen aangebracht door diezelfde bloeddorstigen die zo dat gave lichaam onder controle hielden. Tot de volgende wedstrijd, om er al gokkend munt uit te slaan.
Het toestel klom hoger en zette koers naar het Westen. Even leek het erop dat vanuit de felblauwe hemel heel Europa zichtbaar was, van Lapland tot Kreta, an vanaf de Oeral tot de Hebriden. Bij het zien van het panorama van de Alpen, ademde ik sinds maanden weer vrij en opgelucht." (p. 104)
Fragmenten uit De Transsylvanische bruiloft. Een aangrijpende biografie van Stephan Lang, uitgevrij De Geus (1997). Stephan Lang, afkomstig uit Transsylvanië en lid van de Hongaarse minderheid in Roemenië, vlucht in 1975 via Hongarije naar Nederland.
コメント