Door: Tinne Horemans & Tijn Sadée
Voor Tijns nieuwe boek over de bewogen geschiedenis van Europa's kunstbiënnale MANIFESTA! reizen we naar Palermo, de hoofdstad van Sicilië.
Door dit land reizen, voelt als een wervelende roadmovie - je komt ogen te kort. Hier gaan we:
Donderdagavond landen we in Catania. We wachten op de bus naar Palermo. In de verte de vulkaan Etna.
Het is bijna middernacht als we met onze rolkoffers de stad in wandelen. Aan een u-plein met kerken, op een schaars, lelijk, gelig verlicht pleintje, dansen mensen vredig met elkaar. Jong en oud, soms twee vriendinnen in elkaars armen, schuifelend over eeuwenoude glad gelopen marmeren tegels...
Op een pleintje verderop zitten we, het is nu één uur, tussen de studenten, aan de goedkope spumante, op meubels die bijkans in elkaar zakken.
We logeren in de dichtbevolkte, arme & levendige wijk Monte di Pieta.
In de ochtend lopen we naar de Mercato del Capo-markt. De dag begin je daar goed met een sterke koffie en panino panello met daarin platte, kazerige, gefrituurde lapjes en drie aardappelkroketjes.
Om de hoek van ons logeeradresje het familiezaakje ('trattoria') Antica Giarra, in een buitengewoon lawaaierige steeg waar ventjes van amper tien op hun scooters doorheen manoeuvreren. Binnen, achter het gordijn van plastic gekleurde repen, een tafel met tien schreeuwende mannen. Buiten dit asfaltsteegje, overal ijskarren en scooters. Aan de overkant een kot met rieten dak en koeler met vage sandwiches en flesjes bier. Giuseppe, twaalf jaar, bedient ons. Opvallend aan de hele setting is dat alle filmclichés over Sicilianen zwaar onderdreven zijn...
Zondagochtend rijden we met de bus, vol opgewonden Palermitanen, naar het strand van Mondello. Een stuk over de sjieke Louis Vutton poshy boulevard. Aan het einde van de straten rechts, zoals de Via Enrico Albanese, zijn contouren van de haven, de zee en de voorplecht van een cruiseschip zichtbaar.
En bekijk de video: een stoomcursus 'Hoe word ik Palermitaan?' op het strand van Mondello...
Palermo, de stad van honderden palazzi, en kerken, kerken, kerken, en kapelletjes en in gevels verwerkte ‘bidprenten’, nissen in de gevel. Ergens heeft iemand oude bekenden als Maria of Jezus eruit gehaald en er een foto ingehangen van zwarte bootvluchtelingen in zwemvest, van wie één zijn armen ten hemel rijst, eronder de woorden 'Sacro Migrante'.
In één van die kerkjes wonen we 's avonds een concert bij.
In Grand Hotel Piazza Borsa spreken we maandagmiddag met de charismatische ex-burgemeester van Palermo, Leoluca Orlando, die zijn leven wijdde aan de strijd tegen de Siciliaanse maffia. Na het gesprek brengen twee bodyguards hem weer naar huis. "De prijs die ik betaal..."
Dinsdag krijgt Tijn een rondleiding in Palazzo Butera. Ik doe ondertussen mijn eindredactiewerk op dit terras van Le Cattive.
's Avonds eten we in - tip van Leoluca Orlando (!) in het door migranten gerunde ngo-coworkers-restaurant Moltivolti, in de migrantenwijk Ballaró. Op de kaart een heerlijke Afghaanse kalfsschotel, falafel in saffraan-yoghurt, Tunesische gerechten, enz.
Woensdag worden we met bus 731 afgezet bij Villa Igiea, dwars door de havenbuurt plots dit pronkstuk, art nouveau, eind 19e eeuw gebouwd; aanvankelijk voor een gepensioneerde Britse admiraal, daarna eigendom van een Italiaanse ondernemer die een dochter met tuberculose had en van de villa een sanatorium wilde maken – vandaar Igiea, naar de Griekse nymf van gezondheid en hygiëne.
Een palazzo aan de kust met weelderige tuinen, een eigen haventje, vanaf het terras rechts in beeld de stoere havenkranen en schepen, daarachter in de verte de stad tegen het decor van de bergketen die Palermo in de baar omsluit. Links kijk je naar de open zee. De Villa werd een hotel, na WO2 in verval, recent pas weer in volle glorie met bijvoorbeeld een eetzaal met fresco’s van Ettore De Maria Bergler.
In het restaurant verderop, met Romeinse keuken, zitten de twee bevriende Piaggio-karretjes-taxichauffeurs die ons eerder op de dag, van Villa Igiea, wilden oplichten door 50 euro te vragen voor een ritje. We gingen er met 12,80 euro uit, dat was alles wat we cash op zak hadden. Vonden ze ook goed, hoor. Nu in het resto, wat een absurd toeval, zitten ze met vrouwen kinderen en familie, en herkennen ze ons en groeten ze ons met een brede lach... Of we meedoen aan een rondje grappa, vragen ze. Om de dag af te blussen.
Salute! Op Palermo!
Comments